Champions League van het gazononderhoud

Champions League van het gazononderhoud

Koploper hierin is de golfbaan. Niet alleen het gras vraagt serieuze aandacht, maar ook zaken als de bodem en het ‘umfeld’. Groene Markt sprak met onderhoudsexpert Remy de Milde.

Golfen neemt een hoge vlucht. In landen waarin aan groene ruimte geen gebrek is, wandelen complete families met hun karretje van hole tot hole. Nederland heeft de afgelopen jaren een flinke inhaalslag gemaakt. Golfbanen schoten als paddenstoelen uit de grond en zetten de sport serieus op de kaart. Ook het elitaire imago van de edele buitensport neemt zienderogen af waardoor golfbanen een serieuze ontspanningsplaats worden.

Sluitpost bij aanleg
Zo’n golfterrein vraagt om serieus en intensief onderhoud. Sterker nog: alles valt of staat met de aanleg. Volgens Remy de Milde gaat daar al heel veel fout. “In de beginfase is er nauwelijks geld. De grond waar het golfterrein op aangelegd moet worden, is duur en de inrichting vormt toch een sluitpost. Als ondergrond kun je het best zandgrond hebben. Die laag is het best waterdoorlatend. Mede daarom vind je de beste banen in het oosten van het land. Hier hebben we te maken met een ondergrond van klei en veen. Dat kán een mooi resultaat opleveren maar het is niet ideaal. Het beste is een ondergrond die opgebouwd is uit verschillende zandlagen. Zeker bij de green is die meerlagenstructuur erg belangrijk. De verschillende fracties moeten goed op elkaar aansluiten. De korrelgrootte van de toplaag moet boven de 330 µ liggen, zodat het water goed de bodem in kan. Als de poriën te klein zijn, krijg je te veel algen en mos met alle vervelende gevolgen van dien.”

 Remy de Wilde: "Misschien krijgen we in de toekomst wel steeds vaker te maken met greens dier er niet meer perfect uitzien."

Vertidrain belangrijk
De green is in de optiek van de bevlogen specialist het belangrijkste deel van de golfbaan. De tee, de plaats van de afslag is qua opbouw vergelijkbaar met de green. Beide hebben een toplaag van ongeveer 40 cm en een onderlaag van 60 cm. Het spreekt voor zich dat de drainage enorm belangrijk is. “En dat begint bij de aanleg al”, vertelt De Milde. “Zand is één, drainage is twee, zeker in Nederland. We krijgen steeds vaker te maken met flinke regenbuien, dus veel water in korte tijd. Bij de aanleg rekening houden met de drainage is dus een pre, maar ook tijdens het onderhoud kun je veel doen met zand.” Daarbij doelt hij op het bezanden van het gras en daarbij tevens gebruik maken van de vertidrain: pennen prikken lange gaten in de grasmat. Vervolgens borstel je het zand in de gaten waardoor het gazon een betere drainage krijgt, maar tegelijkertijd ook meer lucht. “Gras is organisch afval en blijft na het maaien liggen. Daardoor vervet je grasmat en dat moet je vermijden. Daarom is de vertidrain absoluut nodig. Prikken en bezanden blijft op alle vlakken noodzakelijk. Je moet echt blijven verschralen.” Dat geldt ook voor de fairway, grof gezegd de grote grasvlakte tussen tee en green. Die wordt als enige grasvlakte met een cirkelmaaier gemaaid.
“De greens, de tee's en de fairways worden met kooimaaiers gemaaid, alleen de rough’s en semi-rough’s met cirkelmaaiers. Op de greens en de tee's vangen we het gras op met maaibakken. Het gras op de fairway laten we gewoon liggen omdat de oppervlakten te groot zijn om het gras op te vangen. In de regel blijft er dan meer maaisel, dus organisch afval liggen. “De fairways worden inderdaad steeds vetter”, vult De Milde aan. “Die moet je dan ook één of twee keer per jaar bezanden.”

 Vertidrainen voor meer lucht en een betere drainage.

 De pennen gaan diep de grasmat in.

Grassen
Het spreekt voor zich dat naast de bodem het gras een belangrijke factor is. Elk jaar worden rassen verbeterd of ontstaan er nieuwe rassen. Een greenkeeper moet weten welke grassen het meest geschikt zijn voor de betreffende toepassing. “Bij golfbanen spelen drie factoren een belangrijke rol. Op de eerste plaats moet het gras betreden kunnen worden. Daarnaast moeten we kijken naar de kiemkracht. Een greenkeeper kiest voor een soort met een langere kiemkracht zodat de hechting beter is.  Ten slotte is de bespelingsfrequentie belangrijk. Uiteindelijk moet je een balans vinden tussen ziekterresistentie, ontkiemingsnelheid en betredingstolerantie. Voor de greens en de tees gebruiken wij roodzwenk- en struisgras, voor de fairways veldbeemd- en Engels raaigras. Die laatste grassoort gebruiken we meestal ook voor de roughs: dat gras blijft langer en het enige wat we daar doen is maaien. De rough knippen we op 4 cm, de semi-rough op 3 cm.”

 Van rechts naar links: de verschillende maaihoogtes van green via semi-rough naar rough.

Herbi- en fungicidengebruik
Het meeste onderhoud vragen logischerwijs de tee en de green. Tijdens het seizoen moeten deze grasmatjes dagelijks gemaaid worden met kooimaaiers. Deze kortgemaaide biljartlakens zijn ook de grootste zorgenkindjes. De Milde: “Hoe korter het gras, hoe ziekte- en schimmelgevoeliger het is. Echter, het bestrijden ervan wordt steeds meer een ambacht, omdat bestrijden met herbi- en fungiciden behoorlijk aan banden wordt gelegd. De afgelopen werden die eisen steeds strenger en wij handelen naar die restricties die zijn afgesproken in Green Deal 2020 (zie onderaan dit artikel kadertekst, red.). De consequentie is dat we in de toekomst misschien wel te maken krijgen met greens die gedeeltelijk ziek zijn, dus niet meer zo perfect uitzien. Dat moeten we goed communiceren naar de leden en de spelers. Het is misschien wel een bewustwordingsproces dat we in de toekomst bruine plekken moeten gaan accepteren, omdat we ons steeds verantwoordelijker naar het milieu toe gaan opstellen.”

 De schrik van elke greenkeeper: kale plekken op de green.

Robotisering
Het zegt veel over het veranderende beroep van greenkeeper: naast een welhaast aangeboren fingerspitzengefühl vraagt het om steeds meer vakkennis. Eén van de disciplines is het maaien. Zoals al eerder gezegd wordt de green op 4 mm gekortwiekt. “Daarvoor gebruiken we kooimaaiers met scherpe messen die ook nauwkeurig zijn afgesteld. Vóór een maaibeurt controleren we de afstelling en de scherpte met een papiertje. Is dat niet in orde dan knip je het gras niet maar trek je het, dus beschadig je het plantje en verhoog je de ziektegevoeligheid. Het vraagt dus precisie en zorg. Ook de tees en de fairway maaien we met kooimaaiers, maar uiteraard knippen we het gras aanzienlijk hoger af. Beide gazons zijn dan ook minder ziektegevoelig. Op de roughs en de semi-roughs zetten we cirkelmaaiers in. Daar maken we gewoon meters. Hier op de Hooge Rotterdamsche zijn we heel toekomstgericht bezig. We gebruiken op de fairway autonome robotmaaiers. Dat zijn geen normale robotmaaiers, maar volledig autonoom maaiende cirkelmaaiers die we helemaal kunnen programmeren”, vertelt De Milde trots.

Zuigen
Een ander belangrijk onderhoudsaspect is het zuigen. De zuigmachine gebruiken De Milde en zijn collega’s voornamelijk in de rough en semi-rough om het overtollig maaisel af te voeren. En in het najaar worden de bladeren van de baan gezogen. “Dat is niet alleen lastig voor de spelers, maar het heeft ook invloed op het gras. Blijft de vorst lang uit, dan blijft het blad lang hangen. Gaat het vriezen, valt het blad massaal en moeten we flink aan de bak. Overigens heeft blad ook nog een ander opvallend nadeel: regenwormen trekken de bladeren de grond in, wat weer zorgt voor vervetting”, legt De Milde uit. “Omdat het gras op de fairways vaak blijft liggen, is het vervettingsrisico daar logischerwijs groot. Wat we daar twee tot drie keer per jaar doen is vertidrainen en bezanden. Op die manier blijft de bodem dus lucht- en vochtdoorlatend.”

Bemesting
Aan de hand van nauwkeurige bodemanalyses wordt een bemestingsprogramma samengesteld, waarbij een combinatie van natuurlijk bladmest (ijzer, magnesium, mangaan), granulaat (stikstof, fosfaat, kalium) en vloeibare meststoffen (spoorelementen) wordt gebruikt. En die verhouding is natuurlijk seizoenafhankelijk. De Milde: “In het voorjaar is kalium voor het gras belangrijker dan stikstof. Als het hoog zomer is, heeft de plant meer nodig en moet je het voedingspatroon aanpassen. Vóór de winter moet je de stikstofhoeveelheid reduceren maar ook het fosfaat goed in de gaten houden: straatgras gedijt goed bij een hoog fosfaatgehalte, maar zonder fosfaat wordt geen stikstof en kalium opgenomen. Overigens is het stikstofgebruik ook een serieus onderdeel van Greendeal. We willen met zijn allen een normale groei nastreven, zodat we aan het eind van de rit ook weinig biomassa overhouden. Zogenaamde slowreleasefertilisers zorgen voor een verantwoorde groei en houden ons ook scherp: we zijn ons steeds meer bewust van alles wat we doen.”

Doorzaaien
Alle vruchtbaarheidsrituelen ten spijt, onvermijdelijk bij het golfbaanonderhoud is het doorzaaien. Ook bij deze discipline is de samenstelling van de soorten belangrijk. Vooral de greens vragen – wederom – veel aandacht. Zoals De Milde eerder al aangaf is de combinatie roodzwenk/struisgras de beste oplossing. “Met deze combinatie moeten we dagelijks het gevecht met het straatgras winnen. Zeker bij kale plekken moeten we heel goed opletten want voor je het weet, neemt straatgras de overhand. Doorzaaien doen we op de greens zo´n vier tot vijf keer per jaar. De fairways nemen we één keer per jaar onder handen. Meestal doen we dat in juni of juli als het lekker droog is. Het is eigenlijk van levensbelang dat de grasmat voortdurend jong en nieuw gras krijgt.”

Bewustwordingsproces
De herfst is misschien wel het jaargetijde dat de greenkeepers de grootste uitdaging biedt. Het slechte weer maakt het vaak onmogelijk om met grote machines aan de slag te gaan. De baan laat het niet toe, dus moeten De Milde en zijn collega’s met handgedragen apparatuur aan de bak, bijvoorbeeld rugblazers. “Ja, met onze ondergrond moeten we elke dag afwegen, hoe we onze taken geen aanpakken”, zucht hij. “Dan zijn onze collega’s landinwaarts echt in het voordeel. De grond is droger, dus je kunt in principe alles doen wat je wil. Al komen daar uiteraard ook best wel eens extreme situaties voor. Wij staan hier iedere dag weer voor een nieuwe uitdaging en die grijpen we met beide handen aan. Als je complimenten krijgt van de leden en de spelers, dan weet je waar je het voor doet. Maar… zij hebben ook een taak in het geheel en die gaat verder dan het aanharken van de bunker als ze die betreden hebben. Om een golfterrein in goede staat te houden, moeten spelers als ze de baan beschadigen, de schade herstellen. Daarom zijn ze verplicht om een pitchfork bij zich te hebben. Als je het ziet gebeuren, mag je hen daar op aanspreken. Dat herstel maakt deel uit van het Golfvaardigheidsbewijs. En om het belang van dat herstel nog eens extra te onderstrepen, organiseer ik één of twee keer per jaar een rondje ‘pitchmark-herstellen met Remy. Je merkt dat het écht een positief effect heeft zowel op de bewustwording bij de spelers als op de kwaliteit van de baan.”

 Kleinonderhoud voor golfers: het aanharken van de bunker.

Green Deal 2020
Waar veel verschillende organisaties partij zijn binnen een geheel, is het lastig om een akkoord te bewerkstelligen. Vaak legt de overheid eisen op, die iedereen maar moet accepteren. Bijzonder daarom is het initiatief Green Deal 2020 voor sportvelden waarbij – kort samengevat – de sportsector, de overheid, milieuorganisaties en drinkwaterbedrijven gezamenlijk een overeenkomst hebben gesloten over het terugdringen van het gebruik van pesticiden op sportvelden.
Een eenzijdig besluit leidt tot technisch onmogelijke doelstellingen. Bij dit convenant is een verbod zeker ook de doelstelling, maar daar waar het gefundeerd gedocumenteerd is, mag men er bij hoge uitzondering van afwijken. Dus áls er al pesticiden gebruikt worden, moet dit nauwkeurig gedocumenteerd worden. Zonder strikte afspraken worden alle chemische gewasbeschermingsmiddelen niet uitgebannen en uitgerekend dát is de ambitie van alle partijen. En ook meteen de uitdaging van partijen in de groene sector om verantwoorde alternatieven te bedenken.

CV van Remy de Milde
In de periode tussen het afgenomen interview en het ter perse gaan van deze Jaargids 2019 is Remy de Milde van baan veranderd. Hij is weer teruggekeerd bij Oosthoek BV waar hij als onderhoudsexpert zowel op Golfbaan Delfland als op verschillende aannemingsprojecten wordt ingezet.
2013 – 2019: (Assistent-hoofdgreenkeeper) de Hooge Rotterdamsche
(3 jaar via A.A. de Man, de laatste twee jaar via De Enk)
2007 – 2013: Fieldmanager Stadion De Kuip
2001 – 2007: Hoofdgreenkeeper Golfbaan Delfland, Schipluiden (via Oosthoek bv)
1995 – 2001: Greenkeeper Golfcentrum Rotterdam

Impressie foto's: Golfbaan de Hooge Rotterdamsche

Dit artikel staat in de Groene Markt Jaargids 2019.

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief